Evacuation

Evacuation

Het is zover! Onze zon begint uit te zetten waardoor het leven op aarde ondraaglijk wordt. Gelukkig is de mensheid erin geslaagd een nieuwe planeet te vinden waar we ons op kunnen vestigen! Evacueer jij beter dan je tegenspeler? Dan kan je het spel winnen!

 

Doel van het spel


Je moet punten sprokkelen door je productie van grondstoffen (metaal, voeding, energie) op de nieuwe planeet te verhogen en stadions te bouwen en minpunten vermijden door de aarde zo goed mogelijk te evacueren.

Setup


Het speelbord met de twee planeten wordt in het midden geplaatst. Iedere speler kiest een kleur en plaatst zijn kartonnen fiches op één van de vier werelddelen van de aarde op de overeenkomstige plaats. Elke speler krijg ook plastic markers (of fiches), twee ervan worden op het startveld van het ontwikkelingsspoor geplaatst. Elke speler kiest een spelersbord en plaatst dit met de zijde naar boven, zodat de zijkanten overeenkomen met het spelbord - de kant met de oude wereld ligt gericht naar de oude wereld op het spelbord.

Van de vier technologiesets worden vier tegels - één van elk - genomen en gemengd. Elke speler ontvangt er willekeurig één. De speler neemt de rest van de set en legt deze op het bord. Hiervoor moet je kijken naar de afgebeelde stippen - één, twee of drie - die de rij bepalen. Binnen de rij liggen de tegels willekeurig. Eén van de plastic markers wordt op het startveld van het actiespoor op je spelersbord geplaatst.

De spelers ontvangen drie productiefiches, die geplaatst worden op '0' op je spelersbord, aan de zijde van de nieuwe wereld. Iedere speler ontvangt een startstadion dat wordt geplaatst langs de zijde van de oude wereld van het spelersbord.

Alle stadionkaarten worden geschud en op de daartoe bestemde plaats onder het spelbord gelegd. Er worden er dan drie van open gelegd. Hetzelfde gebeurd met de stapel ruimteschepen. Van de infrastructuurkaarten zijn er twee soorten, level I en level II. Deze worden apart geschud en level I wordt bovenop level II geplaatst. Deze komen ook op de overeenkomstige plaats en er worden er ook drie van open gelegd.

De jaarfiche wordt op plaats '1' gelegd op het spelbord. Er zijn twee jaareinde bonuskaarten met een vlag, er wordt er willekeurig één gekozen. Deze wordt open gelegd op de daarvoor bestemde plaats, naast het jaarspoor. Van de andere bonuskaarten zonder vlag worden er willekeurig drie getrokken en deze worden open gelegd op de eerst geplaatste kaart. De rest van deze kaarten gaan terug in de doos. Elke speler ontvangt in een standaardspel acht actiekaarten - met het symbool van 'play'.

Een fiche van elke speler wordt willekeurig rechtsboven op het beurtvolgordespoor gelegd. De spelers gaan in die volgorde aan de beurt - dus niet links of in wijzerzin zoals de meeste spellen.

Spelverloop


Het spel duurt maximaal vier ronden. Na vier ronden is de oude wereld onbewoonbaar. Er zijn twee verschillende hoofdmodi. We leggen hieronder het racespel uit, de aanpassingen voor het scorespel komen daarna. Het grote verschil is dat in het racespel een spel niet noodzakelijk vier ronden duurt, maar dat het spel vroeger kan eindigen, als een speler de endgame trigger heeft geactiveerd: alle inkomsten langs de nieuwe wereld boven '8' en drie stadions gebouwd.

Een ronde doorloopt zeven fasen.

Inkomsten


In deze fase krijgen we onze grondstoffen. In het eerste jaar zijn dit zeven metaal, voeding en energie langs de kant van de oude wereld. Op de fiches van de oude wereld staan er afbeeldingen met grondstoffen - hetzij fabrieken of 'mensen' - en deze zorgen elk voor één van de desbetreffende grondstof. Deze inkomsten leggen we aan de zijde van het spelersbord aan de oude wereld - gezien die inkomsten van de oude wereld komen.

Later in het spel zullen de productiefiches langs de zijde van de nieuwe wereld stijgen. Je neemt dan de inkomsten, overeenkomstig de productiefiche en het getal waar het op staat. De nieuwe wereld heeft geen maximale productie en als je meer dan '10' zou genereren, plaats je gewoon een plastic fiche op '10+'.

Je bevolking heeft ook honger. Naast de jaarfiche op het spelbord zie je hoeveel voeding je moet hebben langs de zijde van de nieuwe en de oude wereld om je bevolking te voeden. Voor elk voedsel dat je niet kan afgeven, neem je één straffiche. Deze wordt verrekend op het einde van het spel. Daarnaast kan je ook zien hoeveel stadions je moet hebben langs de kant van de nieuwe wereld. Voor elk stadium dat je niet hebt, neem je dan opnieuw een straffiche.

Actiefase


Deze fase is de hoofdbrok van een ronde. Alle spelers nemen volgens het beurtvolgordespoor één actie, en dan is het aan de volgende speler. Dit gaat zo door tot wanneer alle spelers passen. Opgelet: eens gepast mag je niet meer deelnemen de rest van de ronde.

Onderaan het spelersbord zijn er vier gebieden, die elk nog eens onderverdeeld zijn in twee of drie gebieden. De actieve speler neemt één van de actiekaarten en legt deze onder één van de vier grote gebieden. Hij mag dan een actie kiezen uit dat gebied. Hierbij gaat de fiche op het actiespoor één vakje vooruit. Na de derde actie moet je energie beginnen betalen! In het begin van het spel moet je alle energie betalen van de oude wereld, naargelang het spel verder gaat, kan je ook energie uit de nieuwe wereld gebruiken en naar het einde toe, enkel van de nieuwe wereld. Dan voer je de actie uit en als de actie gedaan is, is het aan de volgende speler. We merken ook op dat er een getal staat bij de beschikbare acties, maar dit heeft een invloed op het ontwikkelingsspoor en de jaareindebonussen.

Met verschillende acties kan je technologieën onderzoeken, infrastructuren plaatsen - die je inkomsten verhogen - ruimteschepen bouwen, populatie en gebouwen ontwikkelen én plaatsen. Voor meer dan één type actie zal je aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen. Bijvoorbeeld bij het plaatsen van populatie en fabrieken zal je voldoende op het ontwikkelingsspoor moeten zitten, of op een specifieke positie hierop staan.

Alle beschikbare acties worden uitvoerig besproken in het regelboek.

Transport


Om gebouwen, mensen en fabrieken van de oude naar de nieuwe wereld te transporteren heb je één of meerdere ruimteschepen nodig. Deze koop je aan in de actiefase. De kost van het ruimteschip staat linksboven vermeld. De energie nodig om het ruimteschip te verplaatsen van de oude wereld naar de nieuwe staat in het midden links van het desbetreffende ruimteschip. Daarnaast is er nog heel wat vermeld op het verworven ruimteschip.

In het midden staat de evacuatieplaats: van welk gebied je 'iets' - mensen of fabrieken - kan evacueren. Er zijn drie gebieden op de oude wereld: zand, gebergte en water. Daarnaast staat vermeld hoeveel gebouwen je kan transporteren. Dit heeft niets te maken met de evacuatieplaats. Je kan dus een gebouw/fabriek transporteren via het veld evacuatieplaats en een ander via de tweede vermelding. Op het einde staat vermeld hoeveel grondstoffen je kan transporteren.

Als je iets van de oude wereld transporteert, kijk je dus eerst naar de gebieden. Deze soorten staan vermeld in de rand van de fabrieken of populatie. Sommige bestaan uit één type, sommige uit twee. Als je een fabriek transporteert draai je deze fiche in de oude wereld om en plaats je een fabriek in je ruimteschip. Doe je dit met een populatie (de cirkels) dan leg je het overeenkomstig aantal plastic fiches in je ruimteschip. De twee oceaantegels mogen niet geëvacueerd worden.

Eens het schip ingeladen is, moet je de energiekost betalen om het naar de nieuwe wereld te laten gaan. Schepen die van de nieuwe wereld naar de oude gaan zijn leeg en kosten één energie. De energiekost wordt betaald uit de wereld vanwaar ze vertrekken. Eens de schepen in de nieuwe wereld aankomen, wordt alle inhoud geplaatst aan de zijde van de nieuwe wereld - dus niet op het spelbord!

Beurtvolgorde


Op stadions en sommige technologieën staan smileys. De speler met de meeste smileys wordt de nieuwe eerste speler en dat wordt aangepast op het beurtvolgordespoor. Hebben sommige spelers evenveel smileys, dan wordt de spelersvolgorde gewoon omgedraaid.

Vooruitgang


De spelers tellen al de waarden bij elkaar op, van de gekozen acties in de actiefase. Hebben ze twee actiekaarten in hetzelfde gebied, dan wordt dit ook tweemaal gerekend. Deze waarde wordt het krachtniveau genoemd.

De spelers moeten in beurtvolgorde de waarde van hun krachtniveau verdelen tussen hun twee plastic fiches op het ontwikkelingsspoor. Alle plastic fiches gaan eerst naar de passeerstrook. Let op dat er in een solo of tweespelerspel maar één beschikbaar spoor is, het andere is voor 3+ spelers en dit staat ook vermeld op het spoor. Een fiche kan eindigen op een bonus, die is onmiddellijk ter beschikking van de speler. Een speler kan er ook voor kiezen om één fiche te laten staan, mocht dit op een bonus staan, dan ontvangt die speler opnieuw de bonus. Wanneer een fiche voorbij een overgang gaat, wordt dit onmiddellijk afgehandeld. Er mag zich slechts één overgang tussen de twee fiches bevinden. Op elk veld, behalve de passeerstrook mag ook maar één fiche geplaatst worden. De spelers die eerst aan de beurt zijn kunnen dus bepaalde locaties blokkeren. Op bepaalde locaties staan ook nederzettingssymbolen die je toestaan om op bepaalde velden in de nieuwe wereld te bebouwen of te bevolken.

Bonussen


Bij het verdelen van de bonussen zijn er twee varianten:
  • Strenge jaareindebonussen: je krachtniveau moet overeenkomen met één van de twee vermelde waarden om de bonussen te ontvangen;
  • Gulle bonusvariant: je krijgt de bonussen van de lagere waarde als je krachtniveau gelijk is of lager dan deze waarde, je krijgt de bonus van de hogere waarde als je krachtniveau kleiner is dan de hoogste waarde en strikt hoger dan de laagste.


Opschonen


De jaarfiche wordt één plaats verder gezet. De jaareindebonuskaart wordt verwijderd en er komt een nieuwe tevoorschijn. Je krijgt je actiekaarten terug op hand, of in je gebied. De infrastructuur, het stadium en het ruimteschip dat onder 'x' zit, gaat uit het spel en de de rest schuift door en wordt aangevuld.

Het racespel eindigt wanneer een speler drie stadions in de nieuwe wereld heeft en drie productiefiches hoger dan acht heeft - of wanneer jaar 4 eindigt. De spelers die later komen in de beurtvolgorde krijgen nog een laatste actie die ze mogen uitvoeren, tenzij ze gepast hebben.

Dan worden nog eventuele straffen en bonussen toegepast. Elke speler past die toe op de laagste productiefiche:
  • -1 voor elke straffiche;
  • -1 voor elke oude wereldlocatie die niet geëvacueerd is;
  • -1 voor elk stadion dat je mist;
  • +2 als je de meeste blije gezichten hebt (+1 in een tweespelerspel);
  • +1 als je de op één na meeste blije gezichten hebt (niets in een tweespelerspel).


Als meerdere productiefiches het laagst zijn, kies je er zelf één. Komt er één fiche op '0', neem dan de daaropvolgend laagste.

De speler die nog steeds aan de winstvoorwaarden voldoet, wint het spel. Zijn dit meerdere spelers, dan wint de speler met de meeste smileys. Indien nog steeds gelijkstand wordt de overwinning gedeeld.
Als niemand aan de winstvoorwaarden voldoet, wordt de laatste productiefiche vergeleken. De beste laagste productiefiche wint. Gelijke standen worden gebroken in het voordeel van spelers met drie of meer stadions, daarna door het tellen van blije gezichten. Nog gelijkstand? Dan wordt de tweede laagste productiefiche vergeleken.



Puntenspel


Bij het puntenspel ga je nadat spelers hun technologietegels hebben geplaatst, elke speler vier doelkaarten geven. Zij kiezen er één en geven de drie door, kiezen er daar één uit en zo gaat het verder tot wanneer elke speler vier kaarten heeft. Dan wordt er eentje afgelegd en terug in de doos gelegd. Na het vierde jaar worden er punten geteld.
  • Je scoort punten voor je laagste productiefiche volgens een tabel;
  • Je scoort punten voor elke doelkaart;
  • -2 voor elke fabriek die nog in je oude wereld staat; -3 voor elke populatie nog in de oude wereld; -3 voor elk stadion dat je mist; -3 voor elke ontvangen straffiche;
  • Spelers die drie stadions hebben ontvangen punten voor hun blije gezichten. De speler die de meeste heeft krijgt 6 punten, de tweede 4 en de derde één punt. In een tweespelerspel is dit 4 en 0.


Geavanceerde actievariant


In de opstelling krijgt elke speler zeven actiekaarten. Elke speler kiest er vier. De afdektegel voor de oude wereld wordt op het spelersbord gelegd.
In de actiefase mag je kiezen om een actie uit te voeren - slechts eenmaal een actie met kracht één - of de actie afgebeeld op je actiekaarten. Als een kaart uit twee delen bestaat, handel je die af zoals je zelf wilt. Na je actie trek je sowieso een nieuwe kaart.
Op de kaarten staat ook een krachtniveau dat meetelt voor het ontwikkelingsspoor en de bonussen. Je gebruikt hier de gulle bonusvariant.
Alle gespeelde kaarten gaan bij het opschonen op de aflegstapel. Iedereen trekt opnieuw drie kaarten, tot een hand van zeven en legt er weer drie af. Je mag eerst de inkomstenfase van het nieuwe jaar afronden.

Extra modules en solo


Naast de eventuele uitbreidingen zijn er nog twee modules beschikbaar met openbare doelen, of kan je punten scoren door het plaatsen van fabrieken of populatie op specifieke plekken, diagonaalgewijs.

In het solospel speel je een puntenspel tegen een andere, virtuele speler. De gedragingen van deze speler worden gedicteerd door de solokaarten. Ook zijn er veranderingen in de beurtvolgorde, vooruitgangsfase enzovoort. Deze staan alle uitvoerig en met voorbeelden uitgelegd in het regelboek.

Materialen


De gebruikte materialen zijn kaarten van het kleinere formaat, mini european, kartonnen spelersborden, alsook het spelbord en een hele hoop plastic en kartonnen fiches. De artwork op de kaarten is goed en zeker voldoende voor deze eurogame. De afbeeldingen van de ruimteschepen, infrastructuren en dergelijke meer zijn steeds verschillend - tenzij ze met een doel hetzelfde zijn. De plastic fiches zijn leuk en niet te klein om onhandig te zijn. De gebruikte iconografie is in het begin wel zwaar, maar ben je wel gewend na enkele ronden.

Conclusie


Evacuation is een gemiddeld tot zware eurogame. In de meeste spellen ben je in staat om punten te sprokkelen op verschillende manieren, maar bij deze kan je punten scoren, en kunnen ze je weer afgenomen worden op het einde van het spel waardoor je enerzijds een bittere nasmaak krijgt, maar het langs de andere kant nog eens wil proberen om beter te doen. De eerste keer heb je niet 100% door wat je aan het doen bent, en zeker niet wat de gevolgen zijn van de verschillende gekozen acties. Als ik persoonlijk moet kiezen tussen de twee hoofdmodi, kies ik voor de puntenmodus en minder voor de racemodus, vooral omdat je met de puntenmodus, en eventueel met de module van de gemeenschappelijke doelen, echt naar iets toe werkt waardoor je een hoop punten kan binnenrijven, zeker als je een mooie combo kan uitvoeren, bijvoorbeeld bepaalde fabrieken plaatsen, en op specifieke locaties bouwen. Zelfs na enkele malen te spelen zal je steeds nieuwe manieren ontdekken waar je niet alleen punten kan verdienen, maar vooral manieren om minpunten te ontwijken.

Overzicht


Speelduur 60-150 minuten, al konden we meestal afronden na 90-120 minuten
Aantal SpelersEén tot vier
MoeilijkheidsgraadGemiddeld tot moeilijk
Voor wie?Voor wie van het zwaardere (euro)genre houdt, zeker niet op familie-avonden of in een party-gezelschap


Wij danken Jumping Turtle Games voor het ontvangen van een reviewexemplaar.

Steun playstationclan.be